32

Dane Bentley hanteerde de stuurknuppel van een twintig jaar oude Beechcraft Baron 58, een sportief tweemotorig toestel met een topsnelheid van tweehonderd knopen en een bereik van zo’n vierentwintighonderd kilometer. Er was bijna geen plek op het vasteland van Amerika te vinden waar hij nog niet naartoe gevlogen was en hij greep elk excuus om een eindje te vliegen altijd met beide handen aan.

Toen zijn oude vriend, Henry Spence, hem belde met de vraag of hij een klusje voor de 2027 Club wilde opknappen en ook nog eens aanbood de brandstofkosten voor zijn rekening te nemen, sprong Dane meteen achter het stuur van zijn Mustang uit 1965 en snelde hij naar zijn hangaar op het Beverly Muni-vliegveld vlak bij de ruige kust van Massachusetts. Tijdens het ritje sprak hij een boodschap in op de voicemail van de vriendin met wie hij samenwoonde om haar te laten weten dat hij een paar dagen weg zou zijn, en ook een op de voicemail van de jongere vrouw met wie hij haar bedroog. Dane was een jonge, levenslustige zestiger.

In de verte, zo’n kleine dertig kilometer naar het noorden, spiegelde het namiddagzonnetje zich in het langgerekte, smalle Lake Winnipesaukee, een groot, diep meer dat bezaaid was met tweehonderd kleine beboste eilandjes. Dane bedwong de neiging de reisleider uit te hangen en op het natuurschoon te wijzen, omdat zijn drie passagiers achterin vredig lagen te slapen in hun stoelen. In plaats daarvan besloot hij een praatje te maken met de luchtverkeersleiding van Laconia Airport en een paar minuten later vloog hij over het meer en naderde hij de landingsbaan.

Jim Zeckendorf had een van zijn auto’s op het vliegveld achtergelaten en de sleutels in een envelop bij de receptiebalie afgegeven. Will werkte zijn gezin snel de suv in, ging op weg naar het vakantiehuisje, en liet Dane achter op het vliegveld om de weersvoorspellingen op te vragen, een nieuw vluchtplan in te dienen en een dutje te doen in de pilotenkamer.

Hij reed een kilometer of vijftien pal naar het oosten op Route 11 om in Alton Bay te komen, een van de kleine stadjes rond Lake Winnipesaukee. Een paar jaar geleden was Will er een keer een weekendje geweest om te vissen en te drinken. Hij herinnerde zich dat hij destijds een vriendin had meegenomen, maar hij had geen flauw idee meer wie hij bij zich had gehad. In die tijd fladderden de vrouwen met deprimerende snelheid zijn leven binnen en weer uit. Hij wist nog wel dat Zeckendorf, die dat weekend vrouwloos was, meer belangstelling voor zijn vriendin had gehad dan hij.

Zeckendorf bezat een tweede huis dat zijn status als partner in een grote advocatenpraktijk eer aandeed. Een prachtig houten pand in Adirondack-stijl met een woonoppervlakte van maar liefst 560 vierkante meter, dat hoog boven het onstuimige water van Alton Bay op een rotsige bergkam was gebouwd. Nancy was te moe en te aangeslagen om oog te hebben voor de rustieke, lichte woonkamer met het gewelfde plafond en de open keuken met granieten werkbladen. Als de situatie anders was geweest, zou ze opgetogen van de ene kamer naar de andere zijn gevlogen, als een honingbij in een wei vol klaver, maar nu had ze geen enkele interesse in het magnifieke huis.

Het liep tegen de avond en door de grote glazen wand die uitzicht bood op het meer waren groepjes berken en pijnbomen te zien die heen en weer zwaaiden in de wind, en grijs-zwarte golven die de zee imiteerden en ritmisch tegen de stenen golfbrekers beukten. Nancy liep linea recta de ouderslaapkamer in om iets anders aan te trekken en Philly te verschonen.

Will maakte snel een inspectieronde door het huis. Zecks vrouw had een tripje vanuit Boston gemaakt en de koelkast en keukenkastjes van voorraden voorzien, inclusief babyvoedsel en een paar pakken luiers. Er lagen schone handdoeken klaar en de verwarming was aangezet. Er stond zelfs een splinternieuwe reiswieg in de slaapkamer en in de keuken was een kinderstoel neergezet met het prijskaartje er nog aan. De Zeckendorfs waren echt ongelooflijk.

Hij haalde Nancy’s dienstwapen tevoorschijn, controleerde het magazijn en de veiligheidspal, en legde het vervolgens duidelijk zichtbaar op haar nachtkastje naast een prepaidmobieltje.

De baby was fris gepoederd en Nancy had een spijkerbroek en een trui aangetrokken. Will hield Phillip in zijn armen en tuurde uit het raam, terwijl Nancy in de keuken rommelde. Ze kletsten over banale huishoudelijke dingetjes, alsof de afgelopen twee dagen nooit hadden plaatsgevonden, om elkaar een beetje broodnodige rust te gunnen. Hij wachtte tot ze het eten voor Philly klaar had en zette de tegenspartelende baby in zijn kinderstoel.

Daarna nam hij haar in zijn armen en liet hij haar alleen even los om met zijn duimen de tranen van haar behuilde gezicht te vegen.

‘Ik zal je op de hoogte houden van alles wat ik doe,’ zei hij.

‘Dat is je geraden. Ik ben je vrouw, weet je nog?’

‘Dat weet ik nog. Net als vroeger, terug op de zaak.’

‘We hebben een goed plan. Het moet werken,’ zei ze nadrukkelijk.

‘Red je het wel?’ vroeg hij.

‘Ja en nee.’ Toen brak haar zelfvertrouwen. ‘Ik ben bang.’

‘Ze vinden je hier echt niet.’

‘Ik ben niet bang voor mezelf, maar voor jou.’

‘Ik kan wel op mezelf passen.’

Ze drukte hem even tegen zich aan. ‘Vroeger, ja. Maar nu ben je een oude, gepensioneerde man.’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ervaring of jeugd. Kies maar.’

Ze kuste hem vol op de lippen en duwde hem toen zachtjes weg. ‘Ik kies jou.’

 

Het was schemerig toen Dane opsteeg. Hij scheerde over het meer en draaide naar het westen. Toen hij op koers lag en het vliegtuig op een kruishoogte van 18.000 voet vloog, draaide hij zich naar Will toe die zich in de stoel van de copiloot had gewurmd, en begon hij te praten. Lang zwijgen was moeilijk voor hem. Hij praatte nu eenmaal graag en veel, en de komende achttien uur zou zijn gesprekspartner aan zijn stoel gekluisterd zitten.

De eerste etappe ging naar Cleveland, een afstand van pakweg duizend kilometer. Toen ze zo’n vierenhalf uur later landden om te tanken, een paar snacks uit een automaat haalden en naar de wc gingen, wist Will een heleboel over zijn piloot.

Toen Dane op de middelbare school de beslissing had genomen het leger in te gaan, was het een uitgemaakte zaak dat het de marine zou worden. Hij was opgegroeid in Gloucester, Massachusetts, had van jongs af aan veel tijd op het water doorgebracht omdat zijn familie vistripjes op zee organiseerde, en zowel zijn vader als zijn opa had bij de marine gezeten. In tegenstelling tot zijn klasgenoten, die opzagen tegen dienstplicht in Vietnam, had hij zich als vrijwilliger aangemeld en hij stond te popelen om de Golf van Tonkin op te stomen en zwaar geschut af te vuren. Hij tekende na afloop van zijn dienstverband bij, verzocht om plaatsing bij de marine-inlichtingendienst, werd klaargestoomd voor geheime missies, vervolgens op een Swift-boot gestationeerd die heen en weer voer over de Mekong om stellingen van de Vietcong in kaart te brengen, en besloot toen zijn tijd erop zat nog een tweede keer bij te tekenen. Toen de oorlog voorbij was, hield de marine hem binnen zijn gelederen door hem een goedbetaalde baan bij de marine-inlichtingendienst in Maryland aan te bieden, waar hij als onderofficier in het Maritime Operations Center werd gestationeerd.

Hij was een goed uitziende, vrijgezelle rokkenjager die niet op zijn plaats was in een militaire gemeenschap die vooral gericht was op getrouwde mannen en hun gezinnen, en stond in dubio of hij zich zou aanmelden voor de opleiding tot officier of de marine zou verlaten om terug te gaan naar het familiebedrijf. Hij had geen flauw idee dat het Maritime Operations Center het broeinest was van de personeelsrekrutering voor Area 51. Meer dan de helft van de Wachters in Groom Lake was ooit in Maryland gestationeerd.

Zoals iedereen die in het web van Area 51 was terechtgekomen, had Dane zich laten verleiden door het mysterie van een ultrageheime marinebasis die zich midden in de woestijn van Nevada bevond. Toen hij alle veiligheidsonderzoeken succesvol had doorlopen en te horen kreeg wat er in Area 51 plaatsvond, vond hij dat geweldig. Toch bleef hij een man van actie. Hij had nog nooit in zijn leven één diepzinnige gedachte gehad en was niet van plan aan navelstaren te gaan doen of een poging te wagen de mysteriën van het universum te ontrafelen. Het feit dat hij voor niets in Las Vegas kon wonen en de andere leuke extraatjes die bij de baan hoorden, overtuigden hem ervan dat hij de juiste keuze had gemaakt.

Will schrok toen hij hoorde dat de man die hem hielp aan de Wachters te ontkomen er zelf eentje was geweest. Hij was aanvankelijk achterdochtig, maar besloot uiteindelijk op zijn mensenkennis te vertrouwen en Danes oprechtheid en ongekunsteldheid overtuigden hem ervan dat de man geen bedreiging vormde. Trouwens, wat moest hij dan? Uit het vliegtuig springen zonder parachute?

Dane verschafte hem inzicht in het denkpatroon van de Wachters. Hij had tijdens zijn dertigjarige dienstverband zo’n beetje alle taken vervuld die er binnen de gelederen van de Wachters waren: van toezicht houden op het ‘strippen en scannen’-ritueel dat elke medewerker van Area 51 tweemaal daags moest ondergaan, tot aan het uitvoeren van geheime missies tegen medewerkers die verdacht werden van het opvragen van dvo’s van familieleden of vrienden, of op een andere manier een gevaar vormden voor de basis. De Wachters werden aangemoedigd zich afstandelijk, humorloos en autoritair op te stellen ten opzichte van de medewerkers, net als gevangenisbewaarders ten opzichte van gevangenen.

Maar Dane was van nature vriendelijk en tijdens zijn jaarlijkse beoordelingen kreeg hij dan ook keer op keer te horen dat hij meer afstand moest houden en zich niet moest inlaten met de medewerkers als hij ooit hogerop wilde komen. Henry Spence en hij ontmoetten elkaar buiten het werk voor het eerst bij toeval op een zaterdag bij een benzinestation, en dat leidde tot een drankje in het Sands Casino.

Dane wist heel goed wie Spence was. De Wachters hadden te horen gekregen dat hij een van de uitblinkers was, een voormalig cia-agent met een geniaal stel hersens. De twee mannen waren elkaars tegenpolen: de denker en de doener. En juist door die tegenstelling voelden ze zich tot elkaar aangetrokken. Spence had op de universiteit van Princeton gezeten, was lid van een countryclub, en had een vrouw die tot de jetset behoorde. Dane had niet gestudeerd, was altijd in voor een kroeggevecht, en ging het liefst met showmeisjes uit.

Maar allebei hadden ze een passie voor vliegen. Spence was de trotse eigenaar van een prachtige nieuwe Cessna, terwijl Dane oude kisten per uur huurde. Ze werden al snel vrienden en Spence liet Dane volop gebruikmaken van zijn vliegtuig, en daardoor stond de Wachter voor altijd bij hem in het krijt.

Dane vertelde Will dat hij pas een jaar geleden met pensioen was gegaan, vlak voor hij de verplichte pensioneringsleeftijd van zestig bereikte. Hij hield zijn appartement in Vegas aan voor de winter en was van plan de geërfde bungalow in Massachusetts als uitvalsbasis voor prachtige zomers op het water te gebruiken. Hij had de Beechcraft voor een goede prijs op de kop kunnen tikken. En nu, een jaar later, verliep alles volgens plan en was hij een gelukkig man. Niet lang na zijn pensionering had Spence hem gevraagd lid te worden van de 2027 Club. Nog nooit was een voormalig Wachter die eer ten deel gevallen, en het veroorzaakte dan ook grote consternatie bij de overige leden, die het zich moeilijk konden voorstellen.

In de verte zag Will aan de ene kant van zijn blikveld de fonkelende lichtjes van Cleveland en aan de andere het zwarte water van Lake Erie.

‘Jij kent Malcolm Frazier toch?’ vroeg Will.

‘Jawel. Die is mijn baas geweest. Vanaf het moment dat hij op zijn eerste werkdag uit de lift stapte, had iedereen al het idee dat hij de grote baas zou worden. Een keiharde klootzak. Die zou zijn eigen moeder er nog bij lappen. We waren allemaal bang voor hem. Wanneer we aan het werk waren, hadden we altijd het idee dat hij ons in de gaten hield. Zelfs voor het jatten van een paperclip gaf hij mensen aan. Hij deed alles om hogerop te komen en hij vestigde zijn reputatie tijdens een geheime missie om iemand het zwijgen op te leggen. Een of andere analist van de afdeling Amerika had een opgerold papiertje met dvo’s naar buiten gesmokkeld in een stukje plastic, dat hij tussen zijn wang en tandvlees had gepropt als een pluk pruimtabak. We zijn nooit te weten gekomen wat hij ermee van plan was, maar het waren allemaal ophanden zijnde dvo’s van mensen uit Vegas. Toen hij dronken was, heeft hij zijn mond voorbijgepraat tegen een collega. Zo kwamen we erachter! Frazier heeft hem met een sluipschuttersgeweer op duizend meter afstand doodgeschoten toen de eikel bij de drive-in van een Burger King op zijn bestelling wachtte. Misschien was die vent wel de Mark Shackleton van die tijd.’

‘Wat weet je over Mark Shackleton?’

‘Zo’n beetje alles.’

‘En wat weet je over mij?’

‘Zo’n beetje alles. Behalve dan wat je de afgelopen dagen allemaal hebt uitgespookt. Maar dat mag je me tijdens onze volgende etappe in geuren en kleuren vertellen.’

Will belde op het vliegveld nog snel even naar Nancy. Ja, met haar ging het goed. Ja, met hem ging het ook goed. Philly lag te slapen. Rust maar wat uit, zei hij. Meer viel er niet te zeggen.

Toen alles geregeld was voor de volgende etappe van hun tocht, voerde Dane een visuele inspectie van het vliegtuig uit met een kop koffie in zijn ene hand en een zaklamp in zijn andere. Zodra ze in de lucht waren, riep hij opgewekt: ‘Volgende halte Omaha!’

Will wilde slapen.

Dane wilde praten.

Boek Der Zielen
titlepage.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_000.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_001.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_002.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_003.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_004.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_005.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_006.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_007.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_008.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_009.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_010.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_011.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_012.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_013.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_014.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_015.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_016.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_017.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_018.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_019.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_020.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_021.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_022.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_023.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_024.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_025.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_026.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_027.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_028.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_029.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_030.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_031.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_032.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_033.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_034.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_035.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_036.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_037.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_038.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_039.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_040.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_041.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_042.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_043.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_044.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_045.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_046.xhtml
awb-boek der zielen_ebook_split_047.xhtml